In onze columns nemen verschillende vrouwen je mee in de hoogte- en dieptepunten van hun reis naar het moederschap. Dit is column nummer vier van Willeke (42 jaar), die met haar man in Friesland woont. Willeke is vervroegd in de overgang geraakt en ongewenst kinderloos. Ze laat in alle openheid en eerlijkheid zien hoe ze hiermee omgaat.
Als jong meisje was ik getuige van een situatie die, zo bleek ruim twintig jaar later, uitgroeide tot een diepe overtuiging. Op een dag kwam mijn vader thuis van zijn werk met het nieuws dat een vrouwelijke collega had verteld dat ze kanker had en binnenkort chemotherapie zou ondergaan. Dit zou voorlopig haar laatste werkdag zijn. Mijn oren spitsten zich — dit was heftig nieuws. De reactie van mijn moeder bevestigde mijn gevoel. Vervolgens zei mijn vader dat deze jonge vrouw ook had verteld dat ze door de behandeling vervroegd in de overgang zou raken en daardoor geen kinderen meer zou kunnen krijgen.
Wat ik dacht te horen
Aan het gezicht van mijn vader en de toon van zijn stem merkte ik verontwaardiging. De exacte woorden herinner ik me niet meer, maar wat ik wel onthield, was de boodschap die ik er zelf uit destilleerde: “De vuile was hang je niet buiten. Dat gaat niemand wat aan. Daar praat je niet over.”
Het voelde alsof er een oordeel lag op openheid over kwetsbaarheid. Ergens diep in mij werd op dat moment een zaadje geplant — eentje dat zou uitgroeien tot de overtuiging dat je je zwakte beter kunt verbergen. Wilskracht werd onbewust mijn levensmotto.
Mijn eigen diagnose
De tijd verstreek, en op mijn dertigste kreeg ik zelf het bericht dat ik mogelijk POI (Premature Ovarian Insufficiency) had, oftewel: ik zou vervroegd in de overgang komen. Mijn kinderwens kwam op losse schroeven te staan. Hoewel ik eerder signalen had gekregen, voelde deze diagnose als een mokerslag. Mijn toekomstbeeld viel in duigen. Onbewust werd mijn oude overtuiging bevestigd: “Hier praat je niet over. Dit is te erg. Als je dat doet, word je afgewezen en blijf je alleen.”
In de jaren die volgden had ik grote moeite me staande te houden. Mijn familie wist wel iets over mijn situatie, maar ik hield mijn diepste gevoelens voor mezelf. Op mijn werk was ik gesloten als een oester. Alleen het hoogstnoodzakelijke deelde ik — puur om mijn doktersafspraken te kunnen verklaren. Uit schaamte hield ik mijn mond, bang om niet begrepen te worden of afgewezen te worden.
Een overtuiging die wortel schoot
Dat kleine zaadje uit mijn jeugd had wortel geschoten en was uitgegroeid tot een grote, sterke plant. Ik had het zo goed verzorgd dat het een boom werd — ten koste van mezelf. Het was het resultaat van jarenlang mentale en emotionele uitputting onder het mom van ‘wees sterk’. Tot ik me op een dag realiseerde: ik ben het zelf die mij afwijst, afkeurt en veroordeelt. Overtuigingen kunnen zó echt aanvoelen dat ze de waarheid lijken te zijn. Maar dat maakt ze nog niet waar.
Welke overtuiging houdt jou gevangen? En durf je daar wél over te praten?
Liefs en bubbels,
Willeke
Lees hier deel 3 van Willeke’s column “De kracht van de juiste vraag”.

Onthoud dat je niet alleen bent en dat er hulp beschikbaar is. Samen kunnen we een community van steun en begrip creëren, zodat niemand zich alleen hoeft te voelen in hun proces. Als je meer informatie wil of gewoon je verhaal wil delen, voel je vrij om een reactie achter te laten in onze community. We zijn hier om te luisteren en te steunen.

Disclaimer: De artikelen op dit platform zijn geschreven door FertiFriend en zijn bedoeld voor informatieve doeleinden. Aan de inhoud van deze artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. Wij raden altijd aan om advies in te winnen bij uw behandelend arts voordat u beslissingen neemt over uw gezondheid en behandelingen.